Maud heeft me gevraagd om een take-over te doen. Nou lezers, bij deze. Ik ben Dahnee. De mensen die mij toevallig kennen zijn vast blij dat ik hier mag schrijven, want pratend ben ik vrijwel niet te verstaan. Maud hoort mij ondertussen al een kleine 15 jaar snel praten en stotteren. Ergens in de zomer van 2008 ontstond onze vriendschap, op een tentfeest in mijn geboortedorpje Margraten. We dronken toen, als 15-jarigen, al heel stiekem ‘sjoes’ samen. Dat is bier, aangelengd met een beetje donker bier. Via een gemeenschappelijke vriendin zagen we elkaar steeds vaker en gingen we samen op stap. De gekste en leukste herinneringen ontstonden. We belandden op de gekste plaatsen, thuis op andermans bank bijvoorbeeld. Ik herinner me een van die eerste nog goed. Daar kregen we om het uur random stukken fruit aangeboden van de broer des huizes. NEE IK WIL GEEN MANDARIJN, OOK GEEN PEER.
Van een vriendin waarmee ik graag op stap ging, werd Maud al gauw een hele goede vriendin. Ze is zelfs nog heel even mijn schoonzusje geweest, maar de titel ‘beste vriendin’ paste toch het beste. Ik kan hier dan ook oneindig veel avonturen, festivals, vakanties en mooie anekdotes vertellen. Maar die ruimte is er hier helaas niet. Onze vriendinnen groep is ook echt sterk en hecht. En best grappig ook. Twee keer twee zusjes, twee meiden met de naam ‘ Maud’ en twee achternamen (‘Loo’ en ‘van Loo’) die heel erg op elkaar lijken. Om het lekker gemakkelijk te houden.
Toen Maud me vroeg of ik hier een keer wilde schrijven, heb ik me afgevraagd welke boodschap ik zou willen overbrengen. Eigenlijk is dat de boodschap dat ik er ontzettend trots op ben om Maud aan mijn zijde te hebben. Van mij mag iedereen weten hoe bijzonder zij is en wat wij samen meegemaakt hebben. Je bent 19 jaar en je vriendinnetje belt je op met de boodschap: “Dahn, ik heb kanker!” Je wordt in een klap volwassen. Je zit, in plaats van op het terras in het weekend, in het ziekenhuis. En in het begin huil je niet meer van het lachen, maar van het verdriet. Maar toch, als ik terugkijk naar die tijd, vloog deze voorbij. Voor we het wisten stonden we te vieren dat alle chemo-behandelingen afgelopen waren en dat zusje Ankie jarig was. Tot die gitzwarte dag… Ik zat thuis zenuwachtig te wachten op het telefoontje van Fleur, ook een vriendin van ons. Zij zat in de wachtkamer van het ziekenhuis. Fleur belde me op en de eerste paar seconden hoorde ik alleen maar gesnik. Ik zat al in de auto bij het horen van die geluiden. Ik wilde zo snel mogelijk bij Maud zijn. In de hal van het ziekenhuis zag ik ze al staan: zusje Ankie, hun Moeder en Fleur. Maud zat toen nog bij de Oncoloog met haar vader. We vlogen elkaar in de armen. Ik heb nog nooit zo hard gehuild! En al snel schoten vreselijke vragen door me heen: ´Ongeneeslijk ziek. Gaat Maud niet meer lang leven?! Wat is dit voor een nachtmerrie?’
Over de periode die volgde kunnen jullie uiteraard lezen in het boek. Maar de slechte nachtmerrie waarin we waren beland, werd soms ook een hele mooie droom. Dat klinkt misschien gek, maar we hebben in die 5 jaar van ziekte zoveel te gekke dingen mogen meemaken. En vooral ook zoveel gelachen. Maud, die zo ontzettend sterk is, die zich ondanks alles altijd klaar staat voor je, die zoveel zelfspot heeft en met zwarte humor elk onderwerp weer luchtig maakt. Dat is mijn vriendin! Ik hoop dat als mensen dit boek lezen, zij dit door ook de bladzijdes heen voelen. Want zo een mens, zo een strijder en zo een vriendin: dat gun ik iedereen!